Bewijskracht

Bewijskracht is de waarde van een bepaald document om te kunnen als bewijs in een rechtszaak. De rechter bepaalt wat de bewijskracht van een bewijsmiddel is, tenzij sprake is van dwingend bewijs. In een procedure kan vrijwel alles als bewijs worden aangevoerd.

Bewijsmiddelen die dwingend bewijs zijn, hebben de meeste bewijskracht. In dat geval moet de rechter verplicht de inhoud van het dwingend bewijs als de waarheid aannemen. Let wel op: ook tegen dwingend bewijs kan tegenbewijs worden geleverd.

Bewijskracht van authentieke en onderhandse aktes

Aktes kunnen dienen als bewijs en hebben dus bewijskracht. Het is echter wel zo dat authentieke (notariële) aktes dwingend bewijs zijn ten opzichte van iedereen. Dat is dan ook een voordeel om zaken in een akte via de notaris vast te leggen. Voorbeelden van dwingend bewijs zijn:

  1. Testament;
  2. Schenkingsakte;
  3. Oprichtingsakte;
  4. Huwelijkse voorwaarden;
  5. Hypotheekakte;
  6. Transportakte.

Dit betekent dat als er over deze aktes een procedure wordt gevoerd, de rechter dan (behoudens tegenbewijs) moet aannemen dat wat in de akte staat de waarheid is. Daarnaast zijn er ook onderhandse aktes. De regel is dat die aktes alleen dwingend bewijs opleveren tussen partijen (die de akte hebben ondertekend).